Hoe kunnen we ervoor zorgen dat consumenten weten hoe ze een verpakking correct kunnen sorteren? Of hoe kunnen we het correct sorteergedrag beter visualiseren of weergeven?

Afbeelding vrouw plastiekfles

Uit ons enquêteonderzoek bij 967 Vlamingen, stelden we vast dat Vlamingen net slaagden voor een sorteertest (3,14 op 6 punten in het totaal).

Dit wijst erop dat er nog wat onduidelijkheid bestaat over de geldende sorteerregels. Zo bleek uit een studie van MIRON (2018) dat er nog 16% recycleerbare materialen werden gevonden bij ons restafval.

Ook de invoer van de Nieuwe Blauwe Zak (P+MD) brengt bij sommigen verwarring: zo gaf 17% van de personen in onze enquête toe dat ze de P+MD net hetzelfde gebruiken als de gewone PMD, terwijl alle plastics nu in de P+MD mogen worden geworpen.

In ons enquêteonderzoek werden vijf good practices van sorteren bevraagd (d.w.z.: handelingen die een consument uitvoert bij het sorteren die de afvalverwerking achteraf vereenvoudigt. Hierdoor kan er kwalitatiever worden gerecycleerd). Weinigen voerden alle vijf de good practices correct uit. Het ging over deze good practices:

Het scheiden van verschillende soorten plastic bij sorteren vooraleer in de Nieuwe Blauwe Zak (P+MD) te werpen (om zuiverder recyclagemateriaal te krijgen): de grootste groep gooit het bakje in de P+MD, zonder de plastics van elkaar te scheiden (37%). 23% doet wel de moeite om de plastics te scheiden.

Afbeelding plastiek

Het platduwen van een PET-fles in de lengte voor in de PMD (dan rolt deze niet weg in het sorteercentrum en kan de optische sensor de fles lezen): er is duidelijk twijfel over hoe de fles correct plat te drukken. Hoewel 53% de fles toch in de lengte platdrukt, geeft ook 43% aan de fles in de hoogte plat te drukken.

De dop op de PET-fles draaien vooraleer in de PMD te werpen (zodat het materiaal niet verloren raakt bij de afvalverwerking): 7% doet dit meestal of altijd. 1% doet dit nooit.

Een plastic verpakking uitschrappen vooraleer in de Nieuwe Blauwe Zak (P+MD) te werpen (om bevuiling van het materiaal tegen te gaan): De meesten passen de good practice toe door het botervlootje uit te schrappen (6%). Toch kijkt zo’n 20% er niet echt naar of er nog resten in het botervlootje zitten.

Het scheiden van karton en plastic wanneer dit mogelijk is (het mengen van verschillende materialen doet de kwaliteit van het recyclagemateriaal nl. dalen): 6% geeft aan het karton van het plastic te scheiden, om erna het karton bij oudpapier te gooien en het plastic bij PMD. 16% geeft aan alles bij restafval te gooien

Afbeelding plastiek

Samengevat kunnen we dus stellen dat de sorteerregels/good practices nog niet erg goed zijn gekend. Toch staan Vlamingen open voor communicatie over beter sorteren en info over de afvalverwerking. Een van de interessantste communicatietools die werden aangegeven in ons enquêteonderzoek was dat Vlamingen graag een logo gedrukt zien op een verpakking die overstemt met de juiste afvalcontainer. Het probleem hierbij is echter dat verschillende landen ook verschillende logo’s en/of afvalcontainers gebruiken – terwijl de producten over de grenzen heen dezelfde zijn.